De Verenigde Staten hebben op vrijdag 24 februari 2012 met succes een militaire communicatiesatelliet in de ruimte gebracht die deel zal uitmaken van het gloednieuwe Mobile User Objective System (MUOS) communicatienetwerk. De 200ste Atlas draagraket vertrok om 23u15 Belgische tijd vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida en zette de 6,8 ton zware MUOS-1 communicatiesatelliet drie uur later probleemloos uit in een geostationaire overdrachtbaan.
MUOS-1 werd in opdracht van het Amerikaanse ministerie van defensie gebouwd door Lockheed Martin en moet uiteindelijk deel uitmaken van een nieuw netwerk dat zal bestaan uit vijf MUOS-satellieten. Lockheed Martin ondertekende voor de bouw van de eerste twee MUOS-satellieten een contract ter waarde van 2,1 miljard dollar. Het MUOS-netwerk zal door Amerikaanse militaire troepen specifiek gebruikt worden voor mobiele communicatiedoeleinden zoals telefonie, data en video. Zo zullen militaire schepen en vliegtuigen, duikboten, voertuigen en troepen in actie gebruik maken van het MUOS-systeem. Volgens de projectleiders kan het MUOS-netwerk gezien worden als een netwerk van zendmasten waarbij elke satelliet één zendmast voorstelt. Door hun positie in een geostationaire baan om de Aarde zullen de vijf MUOS-satellieten uiteindelijk een wereldwijde dekking aanbieden. De nieuwe MUOS-satellieten zijn zo gesofisticeerd dat één satelliet even krachtig is op vlak van communicatieverbindingen dan het volledige huidige Amerikaanse militaire Ultra High Frequency (UHF) netwerk. Aangezien technologie en communicatie steeds belangrijkere onderdelen worden bij militaire strijdkrachten is de vraag naar krachtige communicatiesatellieten dan ook zeer groot. Met de komst van het nieuwe MUOS-netwerk werden er in 2007 ook vier locaties gekozen in Australië, Italië, Hawaii en de Verenigde Staten voor de bouw van enkele gloednieuwe grondstations. De tweede MUOS-satelliet moet in juli 2013 in de ruimte gebracht worden. Het totale prijskaartje van het MUOS-systeem wordt geschat op 6,4 miljard dollar.