De Magellan Venusverkenner
Foto: NASA

De planeet Venus, vaak omschreven als de “zusterplaneet” van de aarde vanwege haar vergelijkbare grootte en massa, heeft de mensheid altijd gefascineerd. Toch bleef zij lange tijd een mysterie, gehuld in een dichte wolkenlaag van zwavelzuur en koolstofdioxide. Geen telescoop, hoe krachtig ook, kon door die ondoordringbare atmosfeer heen kijken.

Pas met de komst van radartechnologie werd het mogelijk om onder dit wolkendek te kijken. De Amerikaanse Magellan-missie, gelanceerd door NASA in 1989, was een van de meest ambitieuze projecten ooit gericht op de verkenning van Venus. Magellan wist als eerste de planeet bijna volledig in kaart te brengen en bracht een revolutie teweeg in ons begrip van de geologische geschiedenis van Venus. De Magellan-sonde was een technisch meesterwerk, opgebouwd uit een combinatie van beproefde technologie en innovatieve instrumenten. Het doel was om Venus vanuit een baan om de planeet te bestuderen met behulp van radar, aangezien zichtbaar licht niet door de dikke atmosfeer kon dringen.

De sonde had een totale massa van ongeveer 3.445 kilogram en was uitgerust met zonnepanelen, een parabolische antenne van 3,7 meter doorsnede en een synthetische apertuurradar (SAR). Deze radar kon golflengtes uitzenden die door de wolken van Venus drongen en vervolgens de weerkaatste signalen opvangen. Door de gegevens te combineren, kon een driedimensionaal beeld van het oppervlak worden gereconstrueerd. Een bijzonder kenmerk van Magellan was dat hij grotendeels gebouwd was uit onderdelen van eerdere missies. NASA wilde kosten besparen door bestaande hardware opnieuw te gebruiken. Zo waren de zonnepanelen afkomstig van de mislukte satelliet Mariner 9, de antenne van een reserveonderdeel van Voyager, en de computersystemen deels gebaseerd op technologie van de Galileo-sonde. Dit hergebruik maakte de missie niet alleen goedkoper, maar ook betrouwbaarder, omdat de onderdelen al in de ruimtevaart waren beproefd.

Geen extreem dure interplanetaire missie

De totale kosten van de Magellan-missie bedroegen ongeveer 550 miljoen Amerikaanse dollar in prijzen van eind jaren tachtig. Dat bedrag omvatte alles: het ontwerp, de bouw van de ruimtesonde, de lancering, de vluchtoperaties, het dataverkeer en de verwerking van de wetenschappelijke resultaten. Omgerekend naar de waarde van de dollar in 2025 komt dat neer op ongeveer 1,3 miljard dollar. Hoewel dat nog steeds een aanzienlijk bedrag is, was het voor NASA-begrippen een bijzonder voordelige missie. Ter vergelijking: de Voyager-missies uit de jaren zeventig kostten samen meer dan 900 miljoen dollar, en de latere Cassini-missie naar Saturnus uit de jaren negentig liep op tot meer dan 3 miljard dollar. De reden dat Magellan relatief goedkoop kon worden uitgevoerd, lag vooral in de manier waarop NASA de missie had opgezet. In plaats van een volledig nieuwe ruimtesonde vanaf nul te ontwerpen, koos men ervoor om bestaande en beproefde technologie te hergebruiken. Veel onderdelen van Magellan waren letterlijk afkomstig van andere missies of van reserveonderdelen die nooit eerder gebruikt waren. De grote parabolische antenne van 3,7 meter doorsnede, die zowel voor de radar als voor de communicatie werd gebruikt, was oorspronkelijk ontworpen als reserveonderdeel voor de Voyager-sondes. De zonnepanelen die de energie leverden, waren gebaseerd op die van Mariner 9, een Marsmissie uit 1971. Ook de boordcomputers, stabilisatiesystemen en diverse elektronische modules waren afgeleid van eerdere NASA-projecten, waaronder Galileo en Ulysses. Door deze aanpak kon NASA niet alleen veel kosten besparen, maar ook de ontwikkelingstijd aanzienlijk verkorten: de volledige bouw van Magellan duurde slechts drieënhalf jaar, wat uitzonderlijk snel is voor een interplanetaire missie.

Het hoofdinstrument: Synthetic Aperture Radar (SAR)

De synthetic aperture radar (SAR) was het kloppende hart van Magellan. Dit was een geavanceerde radarscanner die signalen kon uitzenden en de weerkaatsing van het Venusoppervlak kon opvangen, zelfs door de extreem dichte wolkenlaag heen. Dit waren de belangrijkste functies van dit instrument: 

  1. Beeldvorming (imaging mode): In deze modus maakte Magellan radaropnamen van het oppervlak van Venus. De radar zond microgolven uit met een frequentie van 2,385 GHz (golflengte van 12,6 cm) en analyseerde de teruggekaatste signalen. Door gebruik te maken van de synthetic aperture-techniek (waarbij het signaal wordt gecombineerd over een groot deel van de baan), konden radarbeelden met een resolutie tot ongeveer 120 meter per pixel worden gemaakt.
  2. Altimetrie (hoogtemeting): In de altimetrische modus werd de tijd gemeten die een radarpuls nodig had om van de sonde naar het oppervlak en terug te reizen. Hiermee kon de hoogte van het terrein worden bepaald, en dus een topografische kaart van Venus worden gemaakt.
  3. Radiometrie (temperatuur en emissie): Wanneer de radar niet actief uitzond, kon het instrument ook de natuurlijke microgolfstraling van Venus meten. Dit gaf informatie over de thermische eigenschappen en reflectiviteit van het oppervlak.

De combinatie van deze drie functies maakte de SAR tot een uitzonderlijk veelzijdig instrument dat zowel beelden, hoogtekaarten als fysische data van het oppervlak kon leveren.

De Magellan ruimtesonde in het vrachtruim van de Space Shuttle - Foto: NASA

Lancering en reis naar Venus

Magellan werd op 4 mei 1989 gelanceerd vanaf het Kennedy Space Center in Florida. Uniek aan deze missie was dat de sonde niet vanaf een conventionele raket werd gelanceerd, maar vanuit het vrachtruim van de Space Shuttle Atlantis tijdens de vlucht STS-30. In de laadruimte van de shuttle bevond zich een rakettrap, de Inertial Upper Stage (IUS), die Magellan na vrijgave verder de ruimte in duwde richting Venus. De reis naar Venus duurde ruim 15 maanden. Tijdens de vlucht werden verschillende koerscorrecties uitgevoerd om de juiste baan te bereiken. Op 10 augustus 1990 kwam Magellan aan bij Venus en werd succesvol in een elliptische baan rond de planeet gebracht, met een bijna polaire inclinatie. Hierdoor kon de sonde tijdens opeenvolgende omwentelingen het hele oppervlak systematisch in kaart brengen.

Mappingfase en aerobraking

Op 15 september 1990 begon Magellan met het verzenden van de eerste radarbeelden naar de aarde. De missie was georganiseerd in zogenaamde “mappingcycli”. Eén cyclus duurde ongeveer 243 dagen – de tijd die Venus nodig heeft om één keer om haar as te draaien ten opzichte van de zon. Tijdens de eerste cyclus (september 1990 – mei 1991) wist Magellan al 83% van het oppervlak in kaart te brengen. De resolutie was verbluffend: tot wel 120 meter per pixel. Dit was een enorme vooruitgang vergeleken met de Sovjet Venera-missies uit de jaren zeventig, die slechts fragmentarische radarbeelden leverden. De tweede cyclus (mei 1991 – januari 1992) richtte zich op het opvullen van hiaten in de eerste kaart en op het vastleggen van gebieden vanuit een andere kijkhoek, wat stereoscopische hoogtekaarten mogelijk maakte. De derde cyclus (1992 – 1993) voegde nog meer detail toe, waardoor uiteindelijk 98% van het oppervlak in kaart was gebracht. In mei 1993 begon Magellan aan een nieuw experiment: aerobraking. Door herhaaldelijk door de bovenste lagen van de atmosfeer van Venus te scheren, kon de snelheid van de sonde worden verminderd en de baan geleidelijk worden verlaagd. Hierdoor ontstond een meer cirkelvormige baan, wat preciezere metingen van het zwaartekrachtsveld mogelijk maakte. Deze fase duurde enkele maanden en leverde waardevolle data op over de dichtheid en dynamiek van de Venus-atmosfeer. Bovendien toonde het succes van aerobraking aan dat deze techniek bruikbaar was voor toekomstige missies – iets wat later onder meer bij Mars-sondes zou worden toegepast.

De ontdekkingen van Magellan

De resultaten van de Magellan-missie waren spectaculair. Nog nooit eerder had men zo’n compleet beeld gehad van Venus.

  • Een jonge, dynamische planeet
    De radarbeelden toonden een verrassend jong oppervlak. Wetenschappers schatten dat de meeste geologische formaties op Venus slechts 300 tot 500 miljoen jaar oud zijn. Dit wijst erop dat de planeet in het geologische recente verleden volledig “herverhard” is, mogelijk door grootschalige vulkanische activiteit waarbij enorme hoeveelheden lava het oppervlak hebben bedekt.
  • Overweldigend vulkanisme
    Ongeveer 85% van het oppervlak bleek te bestaan uit uitgestrekte vulkanische vlaktes. Duizenden vulkanen, van kleine kegels tot enorme bergstructuren, werden in kaart gebracht. De grootste vulkaan, Maat Mons, is met 8 kilometer hoogte vergelijkbaar met de hoogste vulkanen op aarde. Magellan ontdekte ook unieke formaties, zoals de zogenaamde pannenkoekkoepels – ronde, afgeplatte vulkanische structuren die gevormd lijken te zijn door trage, viskeuze lava. Verder werden lava-kanalen gevonden die zich soms over honderden kilometers uitstrekken.
  • Geen aardse plaattektoniek
    Een van de meest verrassende bevindingen was dat Venus geen actieve plaattektoniek kent zoals de aarde. Er zijn wel breuklijnen en opheffingsstructuren, maar deze lijken veroorzaakt te zijn door lokale opwelling van magma in plaats van verschuivende tektonische platen. Dit roept vragen op over hoe warmte uit het binnenste van Venus ontsnapt.
  • Coronale structuren en vervormde gebieden
    Een ander opvallend type formatie dat Magellan ontdekte, zijn de zogenaamde coronae: cirkelvormige of ovale structuren van honderden kilometers doorsnee, waarschijnlijk ontstaan door opwellende hete gesteente (mantelpluimen) dat het oppervlak omhoogduwt en daarna weer laat inzakken. Daarnaast werden uitgestrekte gebieden aangetroffen met complexe vervormingspatronen, wat wijst op intense spanningen in de korst van Venus.
  • Gravimetrische inzichten 
    De metingen van het zwaartekrachtsveld leverden aanwijzingen dat de korst van Venus dikker is dan die van de aarde, en dat er mogelijk nog steeds interne convectie plaatsvindt. De correlatie tussen topografie en graviteit suggereerde dat veel reliëf direct samenhangt met onderliggende mantelstromen.
  • Recente analyses: mogelijk actieve vulkanen
    Decennia na de missie hebben onderzoekers de oude Magellan-data opnieuw geanalyseerd met moderne technieken. In 2023 en 2024 wezen studies uit dat er veranderingen in lavaformaties zichtbaar zijn tussen verschillende radaropnames. Dit duidt erop dat er mogelijk nog steeds actieve vulkanen op Venus zijn, een opwindende gedachte die nieuwe missies naar de planeet inspireert.

Een 3D-computerbeeld aan de hand van radaropnamen van Magellan van de Maat Mons berg op Venus - Foto: NASA

Het einde van een succesvolle missie

Na ruim vier jaar trouwe dienst besloot NASA de missie af te sluiten. De wetenschappelijke doelen waren ruimschoots behaald: bijna het hele oppervlak was in kaart gebracht, en ook de zwaartekrachtmetingen waren voltooid. In oktober 1994 kreeg Magellan de opdracht om gecontroleerd af te dalen in de atmosfeer van Venus. Tijdens deze afdaling werden nog data verzameld over de luchtdichtheid en weerstand in de bovenste lagen van de atmosfeer. Kort daarna ging het contact verloren, en de sonde verbrandde vermoedelijk volledig door de hitte van de Venus-atmosfeer, waar temperaturen tot 470°C heersen. Op het moment van zijn ondergang had Magellan meer dan 15.000 omwentelingen rond Venus voltooid en ongeveer 1,2 terabit aan wetenschappelijke gegevens naar de aarde gestuurd, meer dan alle voorgaande NASA-planeetmissies samen.

De Magellan-missie heeft de manier waarop wetenschappers naar Venus kijken fundamenteel veranderd. Dankzij haar gegevens weten we nu dat Venus niet slechts een dode, gloeiende bol is, maar een planeet met een rijke, complexe en dynamische geologische geschiedenis. Bovendien bewees Magellan de kracht van radartechnologie voor planeetonderzoek en de effectiviteit van aerobraking. De technieken die bij Magellan werden ontwikkeld, zijn later toegepast bij missies naar Mars, zoals Mars Global Surveyor en Mars Reconnaissance Orbiter. De missie blijft tot op de dag van vandaag een inspiratiebron. De geplande NASA-missie VERITAS en de Europese EnVision-sonde, beide gepland voor de jaren 2030, zullen voortbouwen op het fundament dat Magellan heeft gelegd.

De Isabella krater op Venus heeft een diameter van 175 kilometer en kon in beeld worden gebracht 
dankzij radarbeelden van de Magellan ruimtesonde - Foto: NASA

 

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 1985

Het gebeurde toen

Lancering vanop het Kennedy Space Center in Florida van het Amerikaanse ruimteveer Challenger (STS-61-A) met aan boord voor het eerst acht astronauten waaronder twee Duitse ruimtevaarders en de Nederlandse ruimtevaarder Wubbo Ockels. In het vrachtruim van het ruimteveer bevond zich het Spacelab ruimtelabo met aan boord 76 wetenschappelijke experimenten. Het ruimteveer keerde op 6 november 1985 terug naar de Aarde en de missie werd omschreven als zeer succesvol. Foto: NASA

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

Sociale netwerken