De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft op woensdag 2 juli 2014 haar eerste satelliet in de ruimte gebracht die de uitstoor van CO2 (koolstofdioxide) in de atmosfeer van de Aarde gaat meten. Met het Orbiting Carbon Observatory 2 (OCO-2) willen wetenschappers uiteindelijk de menselijke en natuurlijke uitstoot van het broeikasgas gedetailleerd in kaart brengen.
Het Orbiting Carbon Observatory 2 (OCO-2) werd vanop de Vandenberg lanceerbasis, in Californië, succesvol in de ruimte gebracht met behulp van een Delta 2 draagraket. De lancering werd oorspronkelijk 24 uur uitgesteld omwille van een probleem met het waterspoelingssysteem van het lanceerplatform. Uiteindelijk vertrok de Delta 2 raket op 2 juli omstreeks 02u56 plaatselijke tijd en werd de 454 kilogram zware OCO-2 satelliet 56 minuten later probleemloos uitgezet in een cirkelvormige zonsynchrone baan om de Aarde op een hoogte van ongeveer 692 kilometer. Dit was de 150ste succesvolle missie van een Amerikaanse Delta 2 raket. Delta 2 raketten waren jarenlang het werkpaard binnen de Amerikaanse ruimtevaart maar werden de laatste jaren vervangen door de modernere Delta 4 raketten. Oorspronkelijk had het Orbiting Carbon Observatory al in 2009 moeten in de ruimte gebracht worden maar deze lancering draaide toen uit op een ramp. Zo slaagde de Amerikaanse Taurus raket er toen niet in om het Orbiting Carbon Observatory uit te zetten in de ruimte waardoor de 275 miljoen dollar dure satelliet neerstortte in zee.
De Delta 2 raket met aan boord de OCO-2 satelliet - Foto: ULA
Voor wetenschappers waar ook ter wereld is het succes van het Orbiting Carbon Observatory 2 satelliet van groot belang aangezien men de laatste jaren een forse stijging ziet van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) dat bijdraagt tot de opwarming van de Aarde. Zo wil men met deze satelliet, waarvan de missie minstens twee jaar zal duren, de menselijke en natuurlijke uitstoot van koolstofdioxide in de atmosfeer van onze planeet in kaart brengen. Een deel van de CO2, dat wereldwijd wordt uitgestoten, wordt door de bomen en de oceanen ook weer opgenomen. Toch blijft een aanzienlijk deel achter in de lucht waardoor de hitte van de Zon wordt vastgehouden in de atmosfeer en de Aarde opwarmt. Om de menselijke en natuurlijke uitstoot van CO2 in kaart te kunnen brengen, worden dagelijks honderdduizenden metingen verricht met een nauwkeurigheid van 1 ppm (parts per million). De OCO-2 satelliet draait nu, via de polen, op een hoogte van 700 kilometer rondjes om onze planeet. Door de aardrotatie komt elk punt dagelijks tweemaal langs onder de baan van de satelliet waardoor er per etmaal honderdduizenden metingen gedaan worden met een nauwkeurigheid van 1 ppm. De data afkomstig van OCO-2 dzal uiteindelijk gecombineerd worden met metingen van grondstations, vliegtuigen en andere satellieten om op die manier een volledig beeld te krijgen van het gedrag van koolstofdioxide in onze atmosfeer. Met de OCO-2 satelliet wil men ook achterhalen wat de verdeling is van de koolstofdioxide dat wordt geabsorbeerd door de oceanen en de bomen. De satelliet werd, net als zijn voorganger, gebouwd door het Amerikaanse ruimtevaartbedrijf Orbital Sciences Corporation en heeft maar één meetinstrument dat bestaat uit drie spectrometers. Zo kijkt het meetinstrument in de Nadir-mode recht naar beneden, in de Glint-mode naar de directe reflectie van het zonlicht op het zeeoppervlak en in de Target-mode naar specifieke doelen in combinatie met meetapparatuur op Aarde.