NASA heeft een nieuwe aardwetenschappelijke missie geselecteerd die het gedrag van tropische stormen en onweersbuien zal bestuderen, inclusief hun invloed op weer- en klimaatmodellen. De missie wordt een verzameling van drie zogeheten 'SmallSats', die in nauwe coördinatie vliegen, genaamd Investigation of Convective Updrafts (INCUS), en zal naar verwachting in 2027 worden gelanceerd als onderdeel van NASA's Earth Venture Program.
NASA selecteerde INCUS via de Earth Venture Mission-3 (EVM-3) aanvraag van het agentschap, dat op zoek was naar complete, in de ruimte gestationeerde onderzoeken om belangrijke wetenschappelijke vragen te beantwoorden en gegevens te produceren die van maatschappelijk belang zijn op het gebied van aardwetenschappen. NASA heeft in maart 2021 twaalf voorstellen voor EVM-3-missies ontvangen. Na een gedetailleerde evaluatie door panels van wetenschappers en ingenieurs, selecteerde het ruimtevaartagentschap INCUS om verder te gaan met de ontwikkeling.
"Elk van onze aardwetenschappelijke missies is zorgvuldig gekozen om bij te dragen aan een robuuste portefeuille van onderzoek over de planeet waarop we leven," zei Thomas Zurbuchen, associate administrator voor het Science Mission Directorate van het agentschap in Washington. "INCUS vult een belangrijke niche om ons te helpen bij het begrijpen van extreem weer en de invloed daarvan op klimaatmodellen - dit alles dient om cruciale informatie te verschaffen die nodig is om de gevolgen van het weer en het klimaat voor onze gemeenschappen te beperken."
INCUS wil rechtstreeks onderzoeken waarom convectieve stormen, zware neerslag en wolken zich precies voordoen wanneer en waar ze zich vormen. Het onderzoek vloeit voort uit de 2017 Earth Science Decadal Survey van de National Academies of Sciences, Engineering, and Medicine, waarin ambitieuze, maar kritisch noodzakelijke, richtlijnen voor onderzoek en observatie zijn uiteengezet.
"In een veranderend klimaat kan nauwkeurigere informatie over hoe stormen zich ontwikkelen en intensiveren, helpen om weermodellen te verbeteren en ons vermogen om risico's op extreem weer te voorspellen," zei Karen St. Germain, NASA's Earth Science divisiedirecteur. "Deze informatie verdiept niet alleen ons wetenschappelijk inzicht in de veranderende processen op aarde, maar kan ook helpen bij het informeren van gemeenschappen over de hele wereld." Klimaatverandering doet de warmte in de oceanen toenemen en maakt het waarschijnlijker dat stormen vaker en sneller zullen intensiveren, een fenomeen dat NASA-wetenschappers blijven bestuderen.
Stormen beginnen met snel stijgende waterdamp en lucht die torenhoge wolken creëren die klaar zijn om regen, hagel en licht te produceren. Hoe groter de massa waterdamp en lucht die in de atmosfeer omhoog wordt getransporteerd, hoe groter het risico op extreem weer. Dit verticale transport van lucht en waterdamp, bekend als convectieve massaflux (CMF), blijft een van de grote onbekenden in weer en klimaat. Systematische CMF-metingen over het hele scala van omstandigheden zouden de weergave van stormintensiteit verbeteren en de terugkoppeling van hoge wolken, die onzekerheid kan toevoegen, in weer- en klimaatmodellen beperken.
De hoofdonderzoeker voor INCUS is Susan van den Heever van de Colorado State University in Fort Collins. De missie wordt ondersteund door verschillende NASA-centra, waaronder het Jet Propulsion Laboratory in Zuid-Californië, het Goddard Space Flight Center in Greenbelt, Maryland, en het Marshall Space Flight Center in Huntsville, Alabama, terwijl de belangrijkste onderdelen van het satellietsysteem worden geleverd door Blue Canyon Technologies en Tendeg LLC, beide in Colorado. De missie zal ongeveer 177 miljoen dollar kosten, exclusief de lanceerkosten. NASA zal in de toekomst een aanbieder van lanceringen kiezen.
NASA's Earth Venture Program bestaat uit door de wetenschap aangestuurde, in competitie geselecteerde, goedkope missies/onderzoeken. Dit programma biedt mogelijkheden voor investeringen in innovatieve wetenschap om ons vermogen om de huidige toestand van het aardsysteem beter te begrijpen en voorspellingen van toekomstige veranderingen verder te verbeteren. Het huidige Earth Venture-programma omvat volledige missies, satellietinstrumenten voor gelegenheidsvluchten, instrumenten voor de continuïteit van aardwetenschappelijke gegevensbestanden, en duurzame suborbitale onderzoeken.
Bron: JPL
