De voorbije winter en lente in België waren opvallend warm en droog. Mei en juni 2014 gaan zelfs de geschiedenis in als wereldwijd de warmste maanden sinds het begin van de meteorologische waarnemingen. Misschien heb je zelf ook al in je tuin gestaan en je afgevraagd hoe je sommige planten in leven kon houden?
Die droge bodems zijn onderdeel van de watercyclus, hoe gek dit ook klinkt. Het heeft te maken met de aanvoer van regen of smeltwater, de menselijke consumptie van grondwater, de consumptie van grondwater door planten en de rechtstreekse verdamping van het grondwater. Hoeveel vocht een bodem bevat, hangt dus voor een groot deel af van klimatologische factoren.
Omgekeerd kan de hoeveelheid bodemvocht ook invloed hebben op het klimaat, zo blijkt uit de satellietmissie Aquarius die de NASA in 2011 lanceerde. De aardobservatiesatelliet bracht het bodemvocht van de globe in kaart. Om preciezer te zijn: de radiometer van de satelliet registreerde de microgolven die de bovenste 5 centimeter van de bodem uitstraalt. Dat signaal varieert met de hoeveelheid bodemvocht. Elke 8 dagen werd een nieuw globaal beeld opgesteld. Bergachtige gebieden of gebieden met een dichte vegetatie of ijskap, konden niet worden gekarteerd (het zijn de grijs gearceerde zones op de bijgaande wereldkaart).
Een foto van een winnende miss wet T-shirt is natuurlijk leuker om te bekijken, maar de geproduceerde bodemvochtkaarten van onze aarde zijn wetenschappelijk bruikbaar in de studie van het globale klimaat, het identificeren van droge gebieden of van overstromingen en stormen. Dat is nuttig voor de landbouw: de globale oogstopbrengst valt te voorspellen waardoor de marktprijs van landbouwproducten beter is vast te stellen.
Door gebruik te maken van eerdere satellietgegevens (o.a. ESA's SMOS-missie) en nog geplande missies (o.a. NASA's Soil Moisture Active Passive oftwel SMAP-missie in november 2014), kan men bovendien de evolutie van het bodemvocht visualiseren in relatie tot seizoenen en globale klimatologische veranderingen. Op globale schaal worden de verschuivingen van klimaatsystemen zichtbaar: stormen in januari-februari aan de Australische oostkust, de Afrikaanse regengordel schuift noordelijker tijdens de (zuidelijke) winter en zuidelijker tijdens de zomer, de Indische moesson is merkbaar tussen juni en oktober. Inzicht in die verschuivingen is nuttig voor het nemen van waterbeleidsbeslissingen in de desbetreffende regio's. Zodat je bijvoorbeeld weet wanneer je een miss wet T-shirt wedstrijd kunt organiseren?