Geschiedenis
Het feit dat deze nevel al goed zichtbaar is met het blote oog wijst er sterk op dat dit object al bekend was in de oudheid. Zo zijn er speculaties dat de Maya's in Centraal Amerika de Orionnevel al zouden beschreven hebben. Messier 42 werd voor het eerste echt beschreven door de Franse sterrenkundige en geleerde Nicolas-Claude Fabri de Peiresc die het object in november 1610 ontdekte. De eerste waarnemingen van de sterren van de Trapeziumcluster zijn dan weer van Galileo Galilei in februari 1617. De astronoom Halley zag een aantal sterren, omringd door een diffuse vlek op de achtergrond en Guillaume Le Gentil beschreef het object net zoals Halley en vergeleek het met de 'open klauwen van een dier'. De Franse kometenjager Charles Messier noemde het een mooie nevel rond de ster Theta Orionis en nam dit object in maart 1769 op als 42ste object in zijn catalogus met komeet-achtige objecten. In 1659 maakte de Nederlandse sterrenkundige Christiaan Huygens een tekening van Messier 42 en in 1880 maakte Henry Draper de eerste foto van dit deep-sky object.
Waarnemen
Onder donkere omstandigheden is Messier 42 al mooi zichtbaar met het blote oog en hierdoor dan ook zeer eenvoudig terug te vinden. Deze nevel bevindt zich onder de ster Alnilam (Epsilon Orionis) dat de middelste is van de bekende 'gordel van Orion'. Met een verrekijker of kleine telescoop kunnen we al meer structuur zien waaronder ook de helderste sterren van de Trapeziumcluster.
Gegevens Messier 81
Sterrenbeeld: | Orion |
Andere benaming: | Orionnevel |
NGC: | NGC 1976 |
Rechte klimming: | 05u35m24s |
Declinatie: | -05° 27' |
Helderheid: | 4 |
Afstand: | 1 345 lichtjaar |
Schijnbare afmeting: | 85 x 60 boogminuten |
Roodverschuiving: | 0.000096 |
Foto: Sky & Telescope
Prachtige opname van de Orionnevel gemaakt door de Hubble Space Telescope - Foto: NASA/ESA