Het Amerikaanse Defense Meteorological Satellite Program (DMSP) werd in de jaren 60 in het leven geroepen om de Amerikaanse strijdkrachten bij te staan met meteorologische en oceanografische data en maakt vandaag de dag deel uit van het Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA).
Doorheen de ruimtevaartgeschiedenis heeft dit militaire DMSP programma zijn betrouwbaarheid bewezen en sinds 1972 is de data van dit satellietnetwerk ook toegankelijk voor zowel civiele als wetenschappelijke doeleinden. Eén van de belangrijkste doelstellingen van het Amerikaanse ruimtevaartprogramma in de jaren '60 was de bevolking en het land te voorzien van meteorologische data waaruit voorspellingen konden gemaakt worden maar wat weinig mensen tot begin de jaren 70 wisten was dat het Amerikaanse leger, naast het civiele meteorologische ruimteprogramma, een eigen meteorologisch ruimtevaart programma had opgestart dat de naam Defence Meteorological Satellite Program kreeg en waarmee men de strijdkrachten kon voorzien van de nieuwste weers of klimaatsvoorspellingen. Enkel de mensen die te maken hadden met dit ruimteprogramma wisten van het bestaan af van het DMSP project en de eerste DMSP kunstmaan werd op 19 januari 1965 gelanceerd door een Thor-Altair raket. De eerste DMSP satellieten stuurden vooral data terug naar de aarde over wolkenformaties die men kon gebruiken wanneer men militaire spionagesatellieten over een bepaald gebied liet zoeken naar vijandige stellingen door middel van hoge resolutiecamera's en deze DMSP kunstmanen functioneerden vanuit een zon synchronische baan om de aarde over de zuid en noordpool omdat op deze manier deze satellieten telkens andere gebieden van de aarde te zien kregen op hetzelfde tijdstip. Aangezien een DMSP satelliet één omwenteling om de aarde maakte in bijna 101 minuten maakten deze dus 14,3 omwentelingen in 24 uur en dit in combinatie met zijn specifieke baan om de aarde zorgde er voor dat deze satellieten twee maal per dagen het hele aardoppervlak overvlogen.
Lancering van een DMSP satelliet van op de militaire
Lanceerbasis Vandenberg.
Het DMSP programma beschikte over twee grondstations die de data ontvingen van deze kunstmanen en beide stations, die zich op militaire basissen bevinden in Washington en Maine, stuurden deze data op hun beurt naar het Air Force Global Weather Central (AFGWC) dat gelegen is op een militair domein in de staat Nebraska. Van uit het AFGWC bestudeerden wetenschappers en meteorologen de beelden die van deze satellieten afkomstig waren waarna hun voorspellingen en conclusies doorgestuurd werden naar tal van gevechtseenheden of luchtmachtbasissen van het Amerikaanse leger. Ondertussen bestaat het DMSP programma al meer dan 40 jaar en heeft het tal van vernieuwingen ondergaan waarbij de nieuwste DMSP satellieten uitgerust werden met infraroordcamera's om op deze manier ook nachtopnames te kunnen maken en in december 1972 werd de data die van deze satellieten afkomstig was niet langer meer geheim gehouden maar werd deze nu ook aangeboden voor civiele of wetenschappelijke gebruikers. Op 4 november 2006 werd, tot op heden, een laatste DMSP satelliet in de ruimte gebracht door een Delta IV raket en in totaal werden al 40 DMSP kunstmanen gelanceerd die in begin een gewicht hadden van 250 kilogram en vandaag de dag iets minder dan 1 ton wegen.