Corona was de naam van een reeks Amerikaanse spionagesatellieten die gebouwd en gelanceerd werden in opdracht van de Amerikaanse geheime dienst CIA in samenwerking met de United States Air Force (USAF) met als doel om zoveel mogelijk fotografisch beeldmateriaal te verkrijgen vanuit een baan om de Aarde van landen als de Sovjet-Unie en China tussen 1959 en 1972.
De kunstmanen die gebruikt werden in dit geheime spionage ruimtevaartprogramma kregen na de eerste testmissies de naam KH wat stond voor 'Key Hole' met een nummer dat verwees naar het type van optische instrumenten die de satelliet aan boord had. In totaal werden maar liefst 144 Amerikaanse Corona spionagesatellieten in de ruimte gebracht waarvan 102 bruikbaar beeldmateriaal leverden. De eerste spionagesatellieten uit het dit geheime programma maakten deel uit van het Discoverer ruimteprogramma waarvan de eerste Corona testsatellieten in 1959 gelanceerd werden. Het gehele Corona spionageproject kende een moeilijke start doordat veel technische problemen opdoken met de camera's en het beeldmateriaal maar dankzij een team van ingenieurs en wetenschappers werden deze problemen opgelost en worden vandaag de dag nog steeds deze technieken gebruikt bij de ontwikkeling van hedendaagse spionagekunstmanen.
Deze foto van één van de lanceerplatformen van de Bajkonoer lanceerbasis in
Kazachstan werd genomen door een Corona spionagesatelliet.
De eerste KH satellieten konden op Aarde objecten tot 7,5 meter fotograferen. Al deze kunstmanen bevonden zich in banen om de aarde tussen de 165 en 460 kilometer hoogte maar hoe lager deze satellieten zich bevonden, hoe hoger de resolutie waardoor sommige KH spionagesatellieten (de KH-4B en KH-6 reeksen) objecten tot 1,8 meter konden vastleggen op foto. De eerste spionagesatelliet uit het Corona programma die uitgerust werd met een camera kreeg de naam Discoverer 4 en werd in juni 1959 gelanceerd door middel van een Thor-Agena raket. Deze eerste kunstmanen uit dit geheime project moesten hun beeldmateriaal terugsturen naar de Aarde door middel van kleine terugkeercapsules die dan opgevangen werden in de lucht door speciaal ontworpen vliegtuigen. Tijdens de eerste missies bleken de pogingen om deze terugkeercapsules op te pikken, telkens te mislukken. Uiteindelijk slaagde men er in tijdens de Discoverer 14 missie, in augustus 1960, om een eerste capsule met beeldmateriaal te recupereren door een C-119 vliegtuig. Deze kleine capsules werden speciaal ontworpen zodat ze gedurende een korte tijd konden blijven drijven in water waarna ze automatisch zonken naar de zeebodem zodat ze niet in de verkeerde handen konden terechtkomen. De laatste lancering van een spionagesatelliet uit het Corona project die deel uitmaakte van het Discoverer programma vond plaats in februari 1962 en nadat deze Discoverer 38 satelliet 65 omwentelingen om de aarde had gemaakt werd de terugkeercapsule met fotomateriaal succesvol gerecupereerd. Alle andere lanceringen die volgden uit dit Corona project na 1962 waren vanaf dan strikt geheim. Het totale project werd op 25 mei 1972 stopgezet nadat een Sovjet duikboot opgemerkt was in de regio waarboven een terugkeercapsule zou terugkeren uit de ruimte. Het duurde pas tot 1992 eer dit Corona project bekendgemaakt werd aan de bevolking. Foto's die gemaakt werden door een deel van deze spionagesatellieten worden vandaag de dag nog steeds gebruikt door wetenschappers van de Australian National University die ze gebruiken voor tal van archeologische en heemkundige onderzoeken.
Deze foto van de Chinese Jiuquan lanceerbasis werd in 1972 gemaakt door een Amerikaanse
Corona spionagesatelliet.