Een bolwolk is een donkere wolk met een hoge dichtheid van gas en stof waarin soms stervorming plaatsvindt. Bolwolken worden gevonden in H II rehio's en hebben een typische massa van ongeveer 10 tot 50 zonnemassa's binnen een gebied van een lichtjaar breed. Ze bevatten moleculaire waterstof (H2), koolstofoxyden en helium en ongeveer 1% van de massa aan silicaatstof.
Bolwolken produceren meestal dubbele of veelvoudige sterrensystemen. Bolwolken werden voor het eerst waargenomen door Bart Bok in de jaren 1940. In een artikel dat gepubliceerd werd in 1947, veronderstelde Bok en E.F. Reilly dat deze wolken 'gelijkaardig waren aan de cocon van een insect' en een zwaartekrachtimplosie ondergaan om nieuwe sterren te vormen. Deze veronderstelling was moeilijk om na te gaan door de moeilijkheden voor het waarnemen wat er gebeurde in een dichte donkere wolk die alle zichtbare licht blokkeerde. Een analyse van infrarode waarnemingen die in 1990 gepubliceerd werd, bevestigden dat sterren zich vormden binnen bolwolken. Verdere waarnemingen toonden aan dat sommige bolwolken warme bronnen bevatten, sommige bevatten Herbig-Haro objecten en sommige tonen afvloeiingen van moleculair gas. Studies van de millimeter-golf emissielijn hebben ook voor bewijzen gezorgd voor het invallen van materiaal op een protoster. Bolwolken worden steeds intensief onderzocht. Ze zijn het koudste object in het heelal (zo koud als 3 Kelvin). Hun structuur en dichtheid blijven een mysterie. De tot dusver toegepaste methodes hebben zich op kolomdichtheid gebaseerd die in het infrarode uitsterven.