Geschiedenis
Messier 4 werd in 1746 ontdekt door de Zwitserse astronoom Jean-Philippe de Chéseaux. Deze bolhoop werd door Charles Messier waargenomen op 8 mei 1764 die het object vervolgens opnam in zijn catalogus met komeetachtige objecten. William Herschel loste de bolhoop in 1783 als eerste op in verschillende clusterleden. Het was de eerste bolhoop waarin individuele sterren waargenomen werden.
Waarnemen
Messier 4 komt in onze streken niet hoger dan 12° boven de horizon en is daarom redelijk moeilijk waarneembaar. Enkel in zuidelijkere gebieden is het mogelijk om deze bolhoop in al zijn glorie te bewonderen. De heldere rode reuzenster Antares is slechts 1,5 graad verwijderd van Messier 4 waardoor het object moeilijk te zien is met het blote oog. De Amerikaanse astronomen J. Mallas en W. Houston konden onder ideale omstandigheden de bolhoop zien met het blote oog. In de binoculair ziet Messier 4 er uit als een wattig, grijs bolletje. Met een telescoop van 75 mm worden de eerste randsterren zichtbaar. Naar mate men grotere diameters gebruikt, worden er steeds meer sterren zichtbaar. Messier 4 is zeer goed oplosbaar en hij verdraagt grote vergrotingen, daardoor is het mogelijk om reeds met een 150 mm kijker de bolhoop volledig op te lossen. Let wel: in onze streken heb je 10 cm meer nodig voor hetzelfde resultaat als hierboven beschreven vanwege zijn hoogte. Men wacht best een heldere, maanloze nacht af om deze bolvormige sterrenhoop te observeren, liefst ook op een plaats met goed zicht op de zuidelijke horizon.
Gegevens Messier 4
Sterrenbeeld: | Schorpioen (Scorpius) |
Andere benaming: | / |
NGC: | NGC 6121 |
Rechte klimming: | 16u23m35s |
Declinatie: | -26° 31' |
Helderheid: | 5,9 |
Afstand: | 7 200 lichtjaar |
Schijnbare afmeting: | 36 boogminuten |
Roodverschuiving: | / |
Foto: Sky & Telescope
Prachtige opname van Messier 4 gemaakt door ESO's Wide Field Imager - Foto: ESO