Naast de Mars Climate Orbiter maakte de Mars Polar Lander eveneens deel uit van het Amerikaanse Mars Surveyor '98 ruimteprogramma van de NASA. Deze missie had als belangrijkste doel een tuig te laten landen in het Zuidelijke poolgebied van de planeet Mars waar de lander tal van atmosferische en meteorlogische onderzoeken zou uitvoeren om op deze manier meer te leren over het klimaat op Mars. Net als de Mars Climate Orbiter ging ook de Mars Polar Lander verloren toen deze aankwam bij de rode planeet door een nog onbekende reden. Het verlies van beide ruimtetuigen zorgde ervoor dat het Marsprogramma van het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA in een diepe crisis terechtkwam.
Doel van de missie
Normaal had de Mars Polar Lander een zachte landing moeten maken op ongeveer 1 000 kilometer van de Zuidpool van deze planeet in het Planum Australe gebied. Dankzij tal van instrumenten aan boord van deze lander zouden wetenschappers de locale weersomstandigheden onderzocht hebben in deze regio en zou men zowel de atmosfeer alsook het Marsoppervlak in dit gebied uitvoerig bestudeerd hebben. Het Mars Volatiles and Climate Surveyor (MVACS) instrument bestond ondermeer uit een robotarm en een camera en de Mars Descent Imager (MARDI) werd dan weer ontwikkeld om opnames te maken van het Marsoppervlak wanneer het tuig met zijn parachute zou afdalen in de atmosfeer van Mars. Het Russische ruimtevaartagentschap ontwikkelde het LIDAR instrument voor de Mars Polar Lander waarmee men de hoeveelheid stof en nevel in de atmosfeer zou meten. Verder zou de lander ook nog beschikken over een microfoon waarmee men geluiden wou opnemen die afkomstig waren van Mars.
De lander
De Mars Polar Lander had een zeshoekige vorm en stond dankzij 3 aluminium landingspoten 1,06 meter boven de grond. Bij zijn lancering had dit tuig een gewicht van 583 kilogram waarvan het hitteschild 140 kilogram woog. Aan boord van de Mars Polar Lander bevond zich ondermeer een robotarm, een weersstation en twee zonnepanelen. In totaal beschikte de Mars Polar Lander over drie groepen van 4 raketmotoren die er moesten voor zorgen dat het tuig een zachte landing maakte op het Marsoppervlak. Op weg naar de rode planeet werden de baanmanoeuvres uitgevoerd door nog eens 6 raketmotoren.
Lancering en vlucht
Mars Polar Lander werd op 3 januari 1999 probleemloos in de ruimte gebracht door middel van een Amerikaanse Delta 7425 raket vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida. De derde Delta 2 rakettrap bracht hierna het tuig op weg naar de planeet Mars en op 21 januari, 15 maart, 1 september, 30 oktober en 30 november 1999 werden met succes baanmanoeuvres uitgevoerd zodat deze Marslander 11 maanden na zijn lancering op 3 december 1999 aankwam bij de rode planeet. Normaal had de Mars Polar Lander de atmosfeer van Mars moeten binnendringen dankzij zijn beschermend hitteschild waarna het tuig een zachte landing had moeten maken op het Marsoppervlak door middel van een parachute die zou worden geopend op een hoogte van 7,3 kilometer. Het vluchtleidingscentrum van de NASA ontving de laatste gegevens van de Marslander net voor deze begon aan zijn afdaling waarna nooit nog een signaal van de lander opgevangen werd. Indien alles was verlopen zoals gepland, had de Mars Polar Lander de eerste beelden naar de Aarde moeten terugsturen op 4 december waarna de missie een levensduur zou gehad hebben van minstens 90 dagen. Uit later onderzoek bleek dat wellicht een softwarefout de oorzaak was van dit incident maar de echte reden voor het verlies van de Mars Polar Lander is tot op vandaag nog steeds niet bekend. In 1999 en 2000 werden pogingen ondernomen om de restanten van de Mars Polar Lander op te sporen door middel van de Mars Global Surveyor ruimtesonde maar deze zoektocht bleek geen resultaat op te leveren. In de toekomst plant de NASA nieuwe zoekacties met de Mars Reconnaissance Orbiter.