De Russische Poisk module werd op 10 november 2009 in de ruimte gebracht door middel van een Soyuz draagraket. Twee dagen later werd deze 3,7 ton zware koppelingsmodule probleemloos vastgehecht aan de Zvezda module van het internationale ruimtestation ISS. Poisk, ook beter gekend als Mini-Research Module 2, is een gelijkaardige module als Pirs en werd ontworpen en gebouwd door het Russische ruimtevaartbedrijf RSC Energia. De komst van de kleine Poisk module was de eerste grote Russische uitbreiding van het ISS sinds 2001.
Doordat de permanente bemanning aan boord van het internationale ruimtestation ISS in juni 2009 opgetrokken werd van drie naar zes ruimtevaarders zijn er steeds twee Sojoez ruimtecapsules aan het ruimtestation gekoppeld en moet er ook steeds één koppelingspoort vrij zijn voor onbemande Progress ruimtetuigen die het ruimtestation bevoorraden. Om ervoor te zorgen dat er steeds genoeg koppelingspoorten beschikbaar zijn voor Russische ruimtetuigen besliste Rusland zijn segment van het ISS uit te breiden met enkele kleine koppelingsmodules. Net als Pirs doet ook de Poisk module dan ook dienst als koppelingsmodule voor Russische Sojoez en Progress ruimtetuigen. Daarnaast wordt Poisk ook gebruikt als luchtsluis bij ruimtewandelingen aangezien deze module ook beschikt over twee speciale toegangsluiken van waaruit kosmonauten zich in de ruimte kunnen begeven. Zo bevinden zich aan boord van de Poisk module Russische Orlan ruimtepakken die kosmonauten gebruiken tijdens ruimtewandelingen. Met de komst van de Poisk module in november 2009 kreeg het internationaal ruimtestation ISS er bijna elf kubieke meter aan leef- en werkruimte bij.
Progress bevoorradingstuig brengt Poisk naar het ISS
De bijna vijf meter lange Poisk koppelingsmodule werd op dezelfde manier naar het ruimtestation gebracht als een Progress bevoorradingsmodule. Zo werd Poisk in de ruimte gebracht vanop de Bajkonoer lanceerbasis in Kazachstan met behulp van een Russische Soyuz-U draagraket. Het kleine onderdeel bevond zich bovenop de Propulsion Module van een omgebouwd Progress bevoorradingstuig waardoor de koppelingsmodule zich automatisch vasthechtte aan het ruimtestation. Deze kleine module werd op 12 november 2009 uiteindelijk vastgemaakt aan de zenith poort van de Zvezda module. Een dag later begaven de twee Russische kosmonauten Maksim Suraev en Roman Romanenko zich als eersten in de nieuwe Poisk module. Poisk werd bij de lancering ook volgepropt met meer dan 1 000 kilogram aan bevoorrading voor de toenmalige bewoners van het ruimtestation waaronder enkele nieuwe Russische ruimtepakken en medische onderdelen. Eenmaal gekoppeld aan het ISS werden er aan de buitenzijde van de Poisk module twee wetenschappelijke experimenten bevestigd die afkomstig waren van de Russian Academy of Sciences. De Propulsion Module, die nog steeds was vastgehecht aan Poisk nadat deze aan het ISS werd gekoppeld, werd op 8 december 2009 losgemaakt van de kleine koppelingsmodule waarna deze terug opbrandde in de atmosfeer van de Aarde. De Poisk module werd uiteindelijk op 21 januari 2010 een eerste maal gebruikt als koppelingsmodule toen de Sojoez TMA-16 ruimtecapsule werd verplaatst van de Zvezda module naar Poisk. Sindsdien werd Poisk al tientallen malen gebruikt als toegangspoort tussen Russische Sojoez ruimtetuigen en het ISS.
Technische gegevens Poisk module
Technische naam: | Mini-Research Module 2 (MRM-2) |
Lengte: | 4,9 m |
Maximale diameter: | 2,5 m |
Gewicht: | 3,7 ton |
Volume (leefbaar): | 10,7 m³ |
Aantal zonnepanelen: | 0 |
Aantal koppelingspoorten: | 2 + 2 toegangsluiken voor ruimtewandelingen |
Lanceerdatum: | 10 november 2009 |
Lanceerbasis: | Baikonur (Kazachstan) |
Draagraket: | Soyuz-U |
Fabrikant: | RSC Energia |
De Russische Poisk module (wit onderdeel met rode letters op) wordt vastgemaakt aan het ISS - Foto: NASA.