Pluto was tot het jaar 2006 de negende planeet van ons zonnestelsel, de Internationale Astronomische Unie stelde een definitie op wat een "Planeet" precies is en wanneer we deze toepassen blijkt Pluto geen planeet te zijn. Pluto is een dwergplaneet net zoals Eris en Ceres. Ze werd ontdekt in 1930 door Clyde Tombaugh. De meeste planeten liggen met hun baan op éénzelfde vlak, enkel Pluto heeft een baan die onder een hoek met dit vlak staat.
Haar baan is zelfs zo raar, dat ze binnen de baan van Neptunus komt. Haar grootste maan is Charon, ontdekt in 1978, en in 2005 werden er twee kleinere maantjes ontdekt. Het symbool voor Pluto is een monogram van een P en een L, de twee eerste letters van de naam Pluto, en ook de initialen van Percival Lovell, de man die het observatorium bouwde waar Pluto ontdekt werd. Mede dankzij het feit dat haar grootte en baan erg verschilt van die van de andere planeten (pluto is bijvoorbeeld kleiner dan Ganymedes, de grootste maan van Jupiter) wordt niet langer als officiële planeet geklasseerd, maar als een dwergplaneet.
Naam
Pluto werd op 18 februari 1930 ontdekt door Clyde Tombaugh op het Lovell Observatorium te Arizona. De ontdekking werd gedaan aan de hand van foto's die op 23 en 29 januari genomen waren. De foto's van hetzelfde stuk hemel waren bestemd om in een toestel met elkaar vergeleken te worden, om te zien of er een object aanwezig was dat over de tijd van één week bewogen was (bv een planeet). Tombaugh was namelijk op zoek naar een mysterieuze "Planeet X" die de afwijkingen in de baan van Neptunus kon verklaren. En hij vond ze ook: het nieuws van de ontdekking werd direct getelegrafeerd naar Harvard. De "planeet" werd later ook op andere foto's teruggevonden.
De beslissing over de naam van de nieuw-ontdekte dwergplaneet werd overgelaten aan de directeur van het observatorium, Vesto Melvin Slipher. Hij had de opdracht om een naam te bedenken 'voordat iemand anders op het idee kwam' (aldus Tombaugh). De naam werd uiteindelijk die van de Romeinse god Pluto, en was ook bedoeld als verwijzing naar de initialen van Percival Lovell, als een soort eerbetoon zeg maar, omdat hij de baan van Pluto had voorspeld. De naam werd voor het eerste gesuggereerd door Venetia Burney, die in die tijd een 11 jaar oud meisje was dat in Oxford woonde. Toen haar grootvader op een dag het nieuws van de ontdekking las in 'The Times' suggereerde ze dat de nieuws dwergplaneet naar de Romeinse god van de onderwereld genoemd moest worden, omdat het er zo koud en donker was. Professor Herbert Hall Turner telegrafeerde deze suggestie door naar zijn Amerikaanse collega's, en na een korte beraadslaging werd de naam 'Pluto' bijna unaniem aangenomen. Een aankondiging werd door Slipher gemaakt op een mei 1930.
Kenmerken
Wat valt er nog over de karakteristieken van Pluto te zeggen? Veel is er immers niet bekend, omdat er in de 75 jaar dat de planeet al bekend is nog nooit een sonde naar toe is gestuurd, en er zijn dus ook weinig gegevens over de planeet bekend. De beste foto die we hebben is die van de Hubble die u hierboven vindt. Hoog tijd dus voor een missie: en dat vond de NASA ook. Op spacepage kunt u een groot artikel lezen over de New Horizons-missie van de NASA die als doel heeft de Kuipergordel en Pluto (als dwergplaneet) te onderzoeken.
Baan
De baan van Pluto is een geval apart. In plaats van mooi op het eclipticavlak, staat ze onder een hoek met de rest van het zonnestelsel, en is ze zeer excentrisch (niet cirkelvormig). Ze is zo excentrisch, dat haar baan op bepaalde perioden zelfs die van Neptunus snijdt. De meest recente periode dat dit gebeurde was van 7 februari 1979 tot 11 februari 1999. Wiskundige berekeningen toonden aan dat de vorige keer dat dit gebeurde, van 1735 tot 1749, maar veertien jaar duurde. De keer daarvoor echter, van 1483 tot 1503, duurde het weer ongeveer even lang als de meest recente periode. Wiskundigen denken dat de gemiddelde periode tussen de dertien en de twintig jaar ligt. Ook ligt de baan van Pluto in de zogenaamde 3:2 resonantie (dat wil zeggen dat de baan de helft langer) met die van Neptunus, zodat ze nooit kunnen botsen.
Massa
Pluto is een vrij kleine dwergplaneet, met zijn 2390 km is ze zelfs kleiner dan enkele manen van ons zonnestelsel. Respectievelijk Ganymedes, Titan, Callisto, Io , onze eigen maan, Europa en Triton zijn groter dan Pluto.
Massa (kg) | 1.27 x 1022 |
---|---|
Massa (Aarde = 1) | 0,0215 |
Straal (km) | 1,137 |
Straal (Aarde = 1) | 0,1783 |
Gemiddelde dichtheid (gm/cm3) | 2.05 |
Gemiddelde afstand tot de zon (km) | 5 913 520 000 |
Gemiddelde afstand tot de zon (Aarde = 1) | 39,5294 |
Rotatiesnelheid (aardse dagen) | 6,3872 |
Omlooptijd (jaren) | 248,54 |
Gemiddelde omloopsnelheid (km/sec) | 4,74 |
Eccentriciteit van de omloopbaan | 0,2482 |
Inclinatie van de omloopbaan (graden) | 17,148 |
Zwaartekracht (m/sec2 , aarde= 9,81) | 0,4 |
Ontsnappingssnelheid (km/sec) | 1,22 |
Magnitude | 15,12 |
Atmosferische druk | 0,30 Pascal (in de zomer) |
Atmosfeer en temperatuur
De atmosfeer van Pluto bestaat hoogstwaarschijnlijk uit een mengsel van methaan en stikstof koolstofmonoxide (zeer giftig gas), wat in de Pluto-winter bevriest. Die aggregatietoestand hangt samen met het feit of Pluto zich verder of dichterbij de zon bevindt (wat met zijn excentrische baan veel verschilt). Het ene moment is het dus steenkoud op Pluto (251 graden onder nul), het andere moment is het nog steeds steenkoud maar iets warmer : 229 graden onder nul. Tevens is de atmosfeer van Pluto warmer dan het oppervlak, zo'n 40 graden warmer, maar het blijft dan nog koud met een temperatuur van ongeveer min 180°. De atmosferische druk bedraagt gemiddeld zo'n 0.15 Pascal, maar dit wil in de zomer wel eens oplopen naar 0.30 Pascal. Dit blijft echter nog steeds maar 1/500 000 van de atmosferische druk van de Aarde. Dit komt omdat Pluto met zijn kleine massa geen grote dikke atmosfeer kan vasthouden, die zou vervliegen in de ruimte.
Manen
De grootste, en bekendste, maan van Pluto is Charon. Doordat de diameter van Charon niet minder dan de helft bedraagt van die van Pluto zelf, hebben ze een gemeenschappelijke draai-as, waar ze beiden omheen draaien. Deze ligt een paar honderden kilometers boven het oppervlak van Pluto, en daarom lijkt Pluto-Charon een soort dubbelplaneet te vormen.
Pluto en Charon
In 2005 zijn er bij Pluto nog twee kleine maantjes ontdekt die respectievelijk S/2005 P1 en S/2005 P2 worden genoemd. Ze werden ontdekt door de Hubble ruimte telescoop op 14 juni 2005. Waarnemingen lijken te bevestigen dat hun afstand tot Pluto zo'n twee keer die van Charon bedraagt, P2 zo'n 49 000 km boven de planeet en P1 op 65 000 km. Ze draaien in tegenwijzerzin om Pluto heen, verkeren in hetzelfde baanvlak als Charon, en hebben baan resonanties van 4:1 en 6:1 met Charon. Ze blijken 50-150 km in doorsnede te zijn, en lijken een massa te hebben die ongeveer 0,03 % van die van Pluto bedraagt. Zodra hun reële baan bekend is, kunnen er namen gegeven worden.
Waarnemen
Pluto waarnemen gaat, als de planeet tenminste voor ons aan de juiste kant van de zon staat. De schijnbare magnitude is kleiner dan 14m, en dus is er een vrij grote telescoop vereist voor waarneming. Minstens 20 cm is vereist, 30 cm is aan te raden, en zelfs dan lijkt het nog een ster te zijn. Goed kunnen waarnemen, zoeken en zoekkaartjes uitprinten is de boodschap. Gebruik hiervoor het planetariumprogramma van uw voorkeur.