dat stellen de astrofysicus Martin Beer en zijn collega's van de universiteit van Leicester (Groot-Brittanië) in het vlakblad Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. Beer onderzocht ruim honderd sterren buiten ons zonnestelsel waar planeten omheen draaien. In totaal zijn daarbij zo'n 250 planeten waargenomen. Zowat alle planeten rond andere sterren blijken reusachtige gasbollen, die veel dichter bij hun ster staan dan de planeten in ons zonnestelsel. Bovendien wentelen ze vrijwel allemaal in sterk elliptische banen rond hun ster, terwijl de planeten in ons zonnestelsel in sterk cirkelvormige banen lopen.
Volgens Beer en zijn collega's zijn er twee manieren waarop planeten zich kunnen vormen. In ons zonnestelsel zouden alle planeten gevormd zijn rond 'steenachtige kernen' (zoals de aarde). Met hun zwaartekracht trokken ze grote hoeveelheden gas aan. In de buurt van de centrale ster (de zon) konde de planeten (Mercurius, Venus, de aarde, Mars) dat gas niet 'bijhouden' zodat enkel een steenachtige kern overbleef. Jupiter, Saturnus en Neptunus konden dat wél.
Volgens de tweede manier in de theorie van Beer wordt er geen steenachtige kern gevormd en ontstaan enkel 'gasachtige' planeten. Dat zou bij de meeste planeten buiten ons zonnestelsel het geval zijn, zodat ons stelsel mogelijk een 'zeldzaam' verschijnsel is in het heelal. Toch waarschuwt Beer voor te snelle conclusies. Vooral omdat men met de huidige technieken misschien niet eens in staat is om 'aardachtige' objecten rond andere sterren te kunnen waarnemen. Als die ooit worden gevonden, is Beer theorie meteen goed voor de prullenbak.
Zijn wij nu uniek en bestaat er maar één aarde? Wie zal het zeggen, wellicht is het nog erg lang wachten voor we exact weten of we nu uniek zijn in het heelal of niet. Indien we niet uniek zijn is de kans op buitrenaards leven groter maar zijn deze dan wel intelligent? Dit mysterie blijft vooralsnog onopgelost...