Hoe zagen sterrenstelsels er elf miljard jaar geleden uit? Op deze vraag probeerden sterrenkundigen met behulp van de Hubble ruimtetelescoop een antwoord te vinden om na te gaan of de bekende Hubble classificatie ook toen al zou kunnen gebruikt worden. Het uiteindelijk antwoord is dat toen de vorm, kleur en grootte van sterrenstelsels nauwelijks veranderd is.
Astronomen delen sterrenstelsels in het heelal in volgens de zogeheten 'Hubble classificatie' die genoemd werd naar naamgever van de classificatie, Edwin Hubble. Deze classificatie, dat ook het 'Hubble stemvorkdiagram' wordt genoemd, onderscheidt sterrenstelsels op basis van hun vorm en mate van stervorming. Zo kennen we spiraalstelsels, balkspiraalstelsels, elliptische stelsels en onregelmatige sterrenstelsels. Tussen de (balk-) spiraalstelsels en de elliptische sterrenstelsels zit nog een tussenvorm, de lensvormige sterrenstelsels. Het onderscheid tussen de vele sterrenstelsels werd gebaseerd op gegevens uit het huidige heelal maar astronomen zijn altijd al nieuwschierig geweest of de classificatie ook kan gebruikt worden wanneer we ver terugkijken in de tijd. Dankzij voorgaande onderzoeken wist men al dat de classificatie werkt tot acht miljard jaar terug maar sterrenkundigen wouden onderzoeken of dit nog steeds het geval was wanneer men nog verder in de tijd terug zou kijken. Door de nieuwe waarnemingen heeft men nu nog eens 2,5 miljard jaar verder kunnen terugkijken (80% van de leeftijd van het heelal) en heeft men ontdekt dat de gelijkenis met het stemvorkdiagram van Hubble nog steeds zeer groot is. Uit het nieuwe onderzoek, waarbij men gebruikt heeft gemaakt van Hubble’s Wide Field Camera 3 (WFC3), heeft men ook kunnen vaststellen dat sterrenstelsels met de omvang van ons eigen melkwegstelsel nog zeldzaam zijn in het jonge heelal. In het nieuwe onderzoek werd ook gelet op de vorm van grote 'volwassen' sterrenstelsels als ons eigen melkwegstelsel. Ook daar kan men het onderscheid tussen blauwe schijfvormige en onregelmatige sterrenstelsels met veel stervorming en zware rode sterrenstelsels zonder stervorming al maken.