1986 | De Japanse ruimtesonde Suisei (Planet-A) vliegt op een afstand van 151 000 kilometer langs de komeet Halley. Dit onbemande ruimtetuig werd op 18 augustus 1985 in de ruimte gebracht en maakte deel uit van de zogeheten'Halley Armada' dat bestond uit een reeks van internationale ruimtesondes die de komeet Halley onderzochten. Dankzij dit ruimtetuig ontdekten wetenschappers dat de snelheid van de zonnewind vertraagde van 350 km/s naar 70 km/s op toen Suisei zich op een afstand van 420 000 van de komeet bevond. Foto: JAXA |
1974 | De Russische onbemande ruimtesonde Mars 7 komt aan bij de planeet Mars. De lander slaagt er echter niet in om af te dalen in de Marsatmosfeer en vliegt de planeet voorbij op een afstand van 1 300 kilometer. De oorzaak van deze mislukte Marsmissie zou te wijten zijn aan problemen met transitoren aan boord van het ruimtetuig. Het ruimtetuig werd op 9 augustus 1973 in de ruimte gebracht en de lander werd ontwikkeld om het oppervlak en de atmosfeer van Mars te onderzoeken. Foto: Roscosmos |
1986 | De Russische ruimtesonde Vega 2 vliegt op een afstand van 8 030 kilometer langs de kern van de komeet Halley. Vega 2 stuurt meer dan 700 foto's van de komeet terug naar de Aarde waarvan veel foto's een hogere resolutie hebben dan de beelden afkomstig van Vega 1. De instrumenten aan boord van Vega 2 onderzochten nauwkeurig de kern van de komeet alsook de coma en de staart. Op 24 maart 1987 raakt men uiteindelijk het contact kwijt met Vega 2. Het ruimtetuig draait vandaag nog steeds in een baan om de Zon. Foto: Roscosmos |
1977 | De astronomen James L. Elliot, Edward W. Dunham en Douglas J. Mink ontdekken met behulp van het Kuiper Airborne Observatory ringen rondom de planeet Uranus. In eerste instantie werden negen ringen gedetecteerd die bestaan uit donkerkleurige brokken met een grootte van maximaal 10 m. De afstanden van deze ringen tot de planeet liggen tussen de 41 800 en 51 100 kilometer. Tijdens de Voyager 2 missie werden in hetzelfde gebied nog eens twee zwakke ringen gevonden en op foto's die in 2003 en 2005 werden gemaakt met de Hubble ruimtetelescoop werden nog eens twee ringen ontdekt op onverwacht grote afstanden van Uranus: 67 000 en 98 000 kilometer. Foto: NASA |
2006 | De Amerikaanse ruimtesonde Mars Reconnaissance Orbiter begeeft zich in een elliptische baan om de planeet Mars. Op 12 augustus 2005 werd deze Marsverkenner in de ruimte gebracht met als doel het oppervlak van Mars zeer gedetailleerd in kaart te brengen met behulp van krachtige camera's. Na de aankomst bij Mars begaf het ruimtetuig zich met behulp van aerobraking in een cirkelvormige baan om de planeet. Foto: NASA |
1811 | In het Franse Saint-Lô wordt Urbain Jean Joseph Le Verrier geboren. Hij was directeur van de sterrenwacht van Parijs en berekende de positie waar de planeet Neptunus kon worden ontdekt aan de hand van afwijkingen in de baan van de planeet Uranus. Uiteindelijk was het de Duitser Johann Gottfried Galle die aan de hand van Le Verriers voorspelling Neptunus uiteindelijk voor het eerst waarnam op 23 september 1846. |
1960 | Vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida wordt de Amerikaanse ruimtesonde Pioneer 5 gelanceerd. Het ruimtetuig onderzocht de interplanetaire ruimte tussen de Aarde en de planeet Venus en stuurde tot 30 april 1960 gegevens terug naar onze planeet. Pioneer 5 had bij zijn lancering een gewicht van 43 kilogram en had een diameter van 66 centimeter. Aan boord bevonden zich vier wetenschappelijke instrumenten. Foto: NASA |
1932 | De Belgische astronoom Eugène Joseph Delporte ontdekt de planetoïde 1221 Amor. Op het moment van de ontdekking fotografeert Delporte de planetoïde terwijl deze zich op een afstand van 16 miljoen kilometer van de Aarde bevindt. Naar deze planetoïde werd ook de Amor-groep genoemd die bekend staan als zogeheten 'Near-Earth Objects'. Deze groep van planetoïden draait in een baan om de Zon tussen de Aarde en de planeet Mars. |
2008 | De Amerikaanse ruimtesonde Cassini vliegt voor de eerste maal op minder dan 100 kilometer hoogte (52 kilometer) boven het oppervlak van de Saturnusmaan Enceladus. Dankzij deze zogeheten 'flyby' kunnen wetenschappers Enceladus van nabij bestuderen en gedetailleerd in beeld brengen. Enceladus is de zesde grootste maan van Saturnus en heeft de grootste albedo (weerkaatsing van het licht) in ons zonnestelsel wat wil zeggen dat het oppervlak van Enceladus bijna alle zonlicht reflecteert. Foto: NASA |
1781 | De Brits-Duitse astronoom Frederick William Herschel ontdekt de planeet Uranus. Deze planeet werd echter in 1690 al een keer waargenomen door John Flamsteed maar deze Engelse astronoom vermoedde dat het om een ster ging. Vanaf de Zon gezien is Uranus de zevende planeet in ons zonnestelsel. De planeet draait om de 84 jaar om de Zon en de gemiddelde afstand van Uranus tot onze ster bedraagt ongeveer 20 AE. Een van de opvallendste eigenschappen van Uranus is de equator, die een hoek van 98° heeft met het vlak van de ecliptica waarin de planeet rond de Zon draait. Foto: NASA |
1855 | In Cambridge wordt Percival Lawrence Lowell geboren. Deze rijke Amerikaanse amateurastronoom was de oprichter van het Lowell Observatorium in Flagstaff, Arizona, en was ervan overtuigd dat er kanalen op Mars waren. Hij sloot zich ook aan bij het geloof dat er ooit intelligent leven op de planeet Mars is geweest. De belangrijkste bijdrage aan de planetaire studie van Lowell kwam gedurende de laatste acht jaar van zijn leven die hij opdroeg aan de zoektocht naar de zogeheten 'Planeet X' wat de benoeming was voor een planeet (of ander hemellichaam) voorbij Neptunus. |
1835 | In het Italiaanse Savigliano wordt Giovanni Virginio Schiaparelli geboren. Hij was van 1864 tot 1900 directeur van de Brerasterrenwacht in Milaan en is vooral bekend geworden omdat hij in 1877 beweerde kanalen ontdekt te hebben op de planeet Mars. Schiaparelli ontdekte in april 1861 ook de planetoïde Hesperia en kon aantonen dat de sterrenregens van midden augustus en midden november meteorenzwermen waren die gelinkt zijn aan kometen. Naar deze Italiaanse astronoom werd een planetoïde (4062 Schiaparelli), een krater op de Maan en een krater op de planeet Mars genoemd. |
1986 | De Europese ruimtesonde Giotto vliegt op een afstand van slechts 596 kilometer langs de komeet Halley. Verrassend genoeg overleefde het ruimtetuig zijn scheervlucht langs de komeet ondanks het feit dat het ruimtetuig enkele keren werd geraakt door kleine brokstukken. De beelden afkomstig van dit Europese ruimtetuig toonden voor het eerst de kern van een komeet en de gegevens van de instrumenten wezen onder andere uit dat de komeet 4,5 miljard jaar geleden werd gevormd. Foto: ESA |
1713 | In het Franse dorpje Rumigny wordt Nicolas Louis de Lacaille geboren. Nadat hij in 1739 hoogleraar werd aan het Collège Mazarin kreeg hij er in 1746 een eigen sterrenwacht. Hij stelde vanuit Zuid-Afrika de eerste bruikbare stercatalogus voor de zuidelijke hemel op (Coelum australe stelliferum) en stelde net als Charles Messier ook een catalogus op voor nevelachtige objecten die voor kometen konden aanzien worden. In tegenstelling tot de lijst van Messier raakte de catalogus van Nicolas Louis de Lacaille in onbruik. Foto: Melle Le Jeuneux |
1973 | In de Amerikaanse staat Californië komt een object uit de hemel op een carport terecht. Er worden twee brokstukken teruggevonden die samen 56 gram wegen en afkomstig zijn van een meteoriet. Deze meteoriet krijgt de naam 'San Juan Capistrano'. |
De Belgische astronoom Eugène Joseph Delporte ontdekt in Ukkel de planetoïde 1932 WC die later de naam '1274 Delportia' krijgt. Naast 1274 Delportia ontdekt deze Belgische sterrenkundige nog 65 andere planetoïden en verschillende kometen. Zijn belangrijkste ontdekking was de planetoïde 1221 Amor die de naam gaf aan de Amor planetoïden.
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.