vrijdag 6 april | Vanop de Amerikaanse lanceerbasis Cape Canaveral in Florida wordt met behulp van een Atlas-Centaur draagraket de Pioneer 11 ruimtesonde in de ruimte gebracht. Dit ruimtetuig had een gewicht van 260 kilogram en werd uitgerust met twaalf wetenschappelijke instrumenten. Deze ruimtesonde bracht in 1974 een bezoek aan de planeet Jupiter en in september 1979 een bezoek aan de planeet Saturnus. Foto: NASA |
maandag 14 mei | Vanop het Kennedy Space Center in Florida wordt het Amerikaanse Skylab ruimtestation in de ruimte gebracht met behulp van een krachtige Saturn V raket. Dit 75 ton zware ruimtestation bestond voornamelijk uit onderdelen die waren overgebleven uit het Apollo Maanprogramma. Tijdens de lancering liep Skylab schade op waarbij één zonnepaneel volledig verloren ging, een ander vast bleef zitten en er een hitteschild ernstig beschadigde. De lancering van de Skylab was tevens ook de laatste lancering van een Saturnus V raket. Foto: NASA |
vrijdag 22 juni | De Amerikaanse astronauten Charles "Pete" Conrad, Paul J. Weitz en Joseph P. Kerwin keren terug naar de Aarde nadat ze 26 dagen verbleven aan boord van het Amerikaanse ruimtestation Skylab. Hierdoor vestigt de Skylab 2 bemanning een nieuw duurrecord in de ruimte. Foto: NASA |
woensdag 25 juli | Vanop de Bajkonoer lanceerbasis wordt de Russische ruimtesonde Mars 5 in de ruimte gebracht. Na een koerscorrectie op 3 augustus 1973 bereikte het ruimtetuig de planeet Mars op 12 februari 1974. Door technische problemen stopte het ruimtetuig met functioneren na slechts 22 omwentelingen om Mars te hebben gemaakt. Foto: NASA |
zaterdag 28 juli | Vanop het Kennedy Space Center in Florida wordt een Apollo ruimtecapsule gelanceerd met aan boord de drie astronauten Alan L. Bean, Jack R. Lousma en Owen K. Garriott. De Apollo ruimtecapsule koppelt zich vervolgens aan het Amerikaanse Skylab ruimtestation waar de drie astronauten 59 dagen lang in leven en werken. Foto: NASA |
donderdag 9 augustus | Vanop de Bajkonoer lanceerbasis wordt de Russische Mars 7 ruimtesonde gelanceerd. Het doel van deze missie was om een lander naar het Marsoppervlak te brengen. Nadat Mars 7 op 9 maart 1974 arriveerde bij de planeet Mars werd de lander echter vier uur te vroeg losgekoppeld van het moederschip waardoor deze Mars op 1 300 kilometer mistte. Foto: Roscosmos |
vrijdag 26 oktober | Lancering van de Amerikaanse Interplanetary Monitoring Platform-J (Explorer 50) satelliet voor onderzoek van de magnetosfeer van de Aarde. Foto: NASA |
zaterdag 3 november | Lancering vanop de Cape Canaveral lanceerbasis van de Amerikaanse ruimtesonde Mariner 10 dat in 1974 en 1975 de planeten Venus en Mercurius bezocht. Mariner 10 had bij zijn lancering een gewicht van 502 kilogram en werd uitgerust met tien wetenschappelijke instrumenten waaronder TV-camera's, een telescoop voor opsporing van geladen deeltjes, twee magnetometers, een extreem ultraviolet spectrometer en een infrarood radiometer. Foto: NASA |
dinsdag 6 november | De Russische ruimtesonde Luna 23 landt op het Maanoppervlak maar raakt hierbij beschadigd. Oorspronkelijk zou deze Maanlander bodemstalen van de Maan moeten nemen en deze naar de Aarde brengen. Door de ongelukkige landing werkte het apparaat dat een bodemmonster moest nemen niet goed meer. De lander zelf bleef wel nog drie dagen informatie sturen naar de Aarde. |
zondag 10 februari | De Russische Marsverkenner Mars 4 vliegt, in plaats van in een baan om Mars terecht te komen, als gevolg van een technisch probleem op een afstand van 1 844 kilometer langs de planeet Mars. In juli 1973 kreeg het onbemande ruimtetuig problemen met twee computers waardoor Mars 4 geen baancorrecties meer kon uitvoeren. Deze ruimtesonde maakte deel uit van het Russische Mars programma waarmee de Sovjet-Unie met behulp van ruimtesondes en landers de planeet mars probeerden te verkennen. Foto: Roscosmos |
zaterdag 9 maart | De Russische onbemande ruimtesonde Mars 7 komt aan bij de planeet Mars. De lander slaagt er echter niet in om af te dalen in de Marsatmosfeer en vliegt de planeet voorbij op een afstand van 1 300 kilometer. De oorzaak van deze mislukte Marsmissie zou te wijten zijn aan problemen met transitoren aan boord van het ruimtetuig. Het ruimtetuig werd op 9 augustus 1973 in de ruimte gebracht en de lander werd ontwikkeld om het oppervlak en de atmosfeer van Mars te onderzoeken. Foto: Roscosmos |
vrijdag 29 maart | De Amerikaanse ruimtesonde Mariner 10 vliegt op een afstand van 703 kilometer langs het oppervlak van de kleine planeet Mercurius. Tot 3 april 1974 werden foto's genomen van de planeet Mercurius door Mariner 10 en het ruimtetuig merkte een zwak magnetisch veld op bij de planeet. De instrumenten aan boord van Mariner 10 merkten ook zeer grote termepartuursverschillen in dag en nacht op bij deze planeet: tussen -183 en 187° C. In totaal nam de sonde tijdens deze eerste passage 2300 foto's.Dit onbemande ruimtetuig werd op 3 november 1973 in de ruimte gebracht en werd het eerste ruimtevaartuig dat twee planeten bezocht tijdens één ruimtemissie. Foto: NASA |
zaterdag 27 april | In Australië wordt de Anglo-Australian Telescope (AAT) voor het eerst naar de sterren gericht. De hoofdspiegel van deze telescoop, die werd gebouwd door Australië en het Verenigde Koninkrijk, heeft een diameter van 3,9 meter. Deze telescoop wordt gebruikt door de Australian Astronomical Observatory en bevindt zich op de terreinen van het Siding Spring Observatory dat gelegen is op een hoogte van 1.100 meter. Vanop deze locatie verricht men met de Anglo-Australian Telescope astronomisch onderzoek zoals spectroscopie in de zuidelijke sterrenhemel. Foto: David Malin |
woensdag 29 mei | Vanop de Bajkonoer lanceerbasis wordt de 5,7 ton zware Luna 22 ruimtesonde gelanceerd. Op 2 juni 1974 kwam Luna 22 aan in een baan om de Maan waarna het ruimtetuig ondermeer onderzoek verrichtte naar het magnetische veld van de Maan, naar micrometeorieten, naar kosmische straling en naar de samenstelling van Maanrotsen. Luna 22 bleef uiteindelijk vijftien maanden lang foto's naar de Aarde sturen. |
dinsdag 25 juni | Vanop de Bajkonoer lanceerbasis wordt het Russische ruimtestation Saljoet 3 in de ruimte gebracht. Dit was het tweede Russische militaire ruimtestation dat deel uitmaakte van het geheime Almaz programma. Enkel de Sojoez 14 bemanning verbleven aan boord van Saljoet 3. |
Het Sub-Millimeter Array (SMA) observatorium in Hawaii wordt officieel in gebruik genomen. Dit observatorium bestaat uit acht schotelantennes met een diameter van zes meter die als interferometer gebruikt worden voor astronomische waarnemingen in submillimetergolflengtes. Het SMA is in handen van het Smithsonian Astrophysical Observatory en het Academia Sinica Institute of Astronomy and Astrophysics.
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.