De tiende missie van een Amerikaanse Space Shuttle kreeg de naam STS-41-B en was de vierde ruimtevlucht van het ruimteveer Challenger. Tijdens deze missie zou de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA proberen om nog één laatste record te vestigen uit de geschiedenis van de bemande ruimtevaart namelijk het uitvoeren van een ruimtewandeling waarbij de astronaut zich op eigen kracht voortbeweegt en niet afhankelijk is van zijn ruimtetuig. Hiervoor werd speciaal de Manned Maneuvering Unit (MMU) ontwikkeld waarmee astronaut Bruce McCandless uiteindelijk het record vestigde. Ondanks dit grote succes kende deze missie ook enkele tegenslagen doordat twee satellieten in een te lage baan om de Aarde terechtkwamen en de robotarm van het ruimteveer niet goed functioneerde.
Crew info
Vance D. Brand was de gezagvoerder aan boord van de Challenger tijdens deze missie en hij ging eerder al de ruimte in tijdens de historische Apollo-Soyuz missie in 1975 en de vijfde Space Shuttle vlucht in 1982. De ervaren US Navy piloot Robert L. Gibson was piloot aan boord van het ruimteveer Challenger tijdens deze STS-41-B missie en net als voor Gibson was deze vlucht voor de drie Mission Specialists Bruce McCandless, Ronald E. McNair en Robert L. Stewart hun eerste ruimteavontuur. Na deze STS-41-B missie ging McCandless in 1990 opnieuw de ruimte in tijdens de historische STS-31 missie waarbij de Hubble Space Telescope gelanceerd werd. Ook Robert Stewart maakte in 1985 een nieuwe ruimtevlucht tijdens de STS-51-J missie. De Amerikaan Ronald McNair maakte in 1986 opnieuw deel uit van een Space Shuttle crew maar kwam helaas om het leven toen het ruimteveer Challenger enkele minuten na de lancering explodeerde.
De STS-41-B bemanning - Foto: NASA
Lancering en missie
Dit zou de eerste ruimtemissie worden waarbij een Manned Maneuvering Unit (MMU) zou worden uitgetest in de ruimte. Oorspronkelijk was dit voorzien voor de STS-11 missie maar toen de militaire ruimtemissie STS-10 werd uitgesteld voor één jaar wegens vertragingen met de vracht werd de eerstvolgende vlucht na de STS-9 missie STS-41-B genoemd. Het cijfer '4' in STS-41-B staat voor het jaar 1984 terwijl de '1' dan weer stond voor het Kennedy Space Center in Florida. De letter 'B' stond voor de tweede vlucht van het jaar 1984. Uiteindelijk werd dit de eerste lancering van een Space Shuttle in 1984 en wordt de vorige missie (STS-9) soms ook aanzien als STS-41-A. Op 3 februari 1984, omstreeks 08u00 plaatselijke tijd, werd het ruimteveer Challenger met behulp van de twee Solid Rocket Boosters (SRB's) boosterraketten en de External Tank (ET) brandstoftank succesvol in de ruimte gebracht. Acht uur na de lancering werden de twee communicatiesatellieten WESTAR en Palapa B-2 met succes uitgezet in een baan om onze planeet. Helaas kwamen beide kunstmanen in een verkeerde baan om de Aarde terecht doordat de Payload Assist Module (PAM) raketmotoren van beide satellieten niet goed functioneerden. Het hoogtepunt van de missie vond plaats op 7 februari 1984 toen de twee astronauten McCandless en Stewart zich buiten het ruimteveer begaven tijdens hun eerste ruimtewandeling. McCandless slaagde er in zich door middel van zijn MMU tot op 98 meter te begeven van het ruimteveer terwijl Stewart zich aan het uiteinde van de Remote Manipulator System (RMS) robotarm bevond. De ruimtewandeling van McCandless levered bijzondere spectaculaire beelden op. Zo kon men voor de eerste maal ook zien hoe een ruimteveer eruit zag in een baan om de Aarde aangezien de astronaut zich op een afstand van 98 meter van het ruimteveer bevond.
Astronaut Bruce McCandless tijdens een van de twee ruimtewandelingen waarbij voor het eerst
de speciaal ontworpen MMU gebruikt werd - Foto: NASA
Dit was ook de eerste maal dat de robotarm van het ruimteveer een astronaut vasthield tijdens een ruimtewandeling. Hiermee wou de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA handelingen testen die nodig zouden zijn tijdens de latere STS-41-C ruimtemissie. Tijdens de tweede geplande ruimtewandeling testte Bruce McCandless de tweede MMU die zich in het laadruim van het ruimteveer bevond en werden er handelingen uitgevoerd die men later ook zou toepassen wanneer men een satelliet opnieuw met het ruimteveer opnieuw zou opvangen. Beide ruimtewandelingen duurden elk 5 uur, 55 minuten en 6 uur, 17 minuten. In totaal werden beide MMU’s gedurende 4 uur en 42 minuten gebruikt en bleken deze een goot succes te zijn. Naast de twee communicatiesatellieten bevond zich in het vrachtruim van de Challenger ook de Duitse Shuttle Pallet Satellite die eerder al eens de ruimte inging tijdens de STS-7 ruimtemissie. Ditmaal kon deze echter niet gebruikt worden omwille van een technisch probleem met de RMS robotarm van het ruimteveer. Aan boord van het ruimteveer Challenger bevonden zich tijdens deze ruimtevlucht ook zes levende ratten en werden er experimenten uitgevoerd in Getaway Special (GAS) containers die zich in het vrachtruim bevonden. Op 11 februari 1984 keerde het ruimteveer Challenger uiteindelijk terug naar de Aarde en landde het ruimteveer voor de eerste maal op de Shuttle Landing Facility van het Kennedy Space Center in Florida.
Cijfers en overzicht
- 10de bemande Amerikaanse Space Shuttle missie
- Aantal astronauten: 5
- Duur missie: 7 dagen, 23 uur
- Aantal omwentelingen: 127
- Baan coördinaten: 350 kilometer
- Hellingshoek van de baan: 28,5°
- Afgelegde afstand: 5 329 150 kilometer