Een roterend object, of het nu een alledaags voorwerp is of een object in de ruimte, heeft een draaias. Wanneer een uitwendige kracht inwerkt op deze draaias, kan deze een schommelbeweging maken. Deze schommelbeweging noemt men de precessie. Het simpelste voorbeeld van een precederend voorwerp dat men zou kunnen aanhalen is zonder twijfel de tol.
Ook de Aarde kan men benaderen als een draaiende tol, die niet rechtop staat, maar waarbij de hemelecliptica (= schijnbare weg van de Zon aan de hemelbol) een hoek maakt van circa 23,5° met de aardas (= de draaias van het systeem). Op de aardas oefenen zon en maan kracht uit, omdat de aarde afgeplat is. Het uiteindelijke doel van deze kracht is zorgen dat de equator (= evenaar) zou samenvallen met het eclipticavlak, of met andere woorden: zodat de aardas loodrecht op het eclipticavlak komt te staan. Maar aangezien de Aarde ondertussen draait, leren de wetten van de hemelmechanica ons dat het gevolg is dat de aardas hierdoor langzaam maar zeker zal bewegen doorheen de ruimte en een kegelsnede zal beschrijven. Dit is de precessie. De lijn waarrond de aardas een omloop maakt noemt men de precessieas: dit is de lijn die de aardas snijdt loodrecht op het eclipticavlak.
De noordpool draait in een cyclus van 26.000 jaar rond, net als een tol. - Foto: Kennislink.nl
Het duurt 25 800 jaar voor de aardas om één omloop te maken rondom de precessieas, wat overeenkomt met een verplaatsing van 50 boogseconden (”) aan de hemel. Hierdoor was in het verleden alfa Draconis (ook wel eens Thuban genoemd) de Poolster, en zullen we in de (relatief t.o.v. een mensenleven) verre toekomst een andere 'poolster' hebben. Ook het lentepunt en het herfstpunt, vanwaar de declinatie en rechte klimming (hemelcoördinaten) van hemelobjecten worden bepaald, zal hierdoor veranderen, wat inhoudt dat hemelatlassen regelmatig moeten vernieuwd worden, omdat ze niet meer precies zijn.